- Twee recensies van het boek:
- Vier in de recensies genoemde argumenten:
- Het boek kan ook in het hedendaagse samenleving toegepast kunnen worden: (link 1)
Het verhaal is in Nederlands, maar er komen veel Vlaamse elementen in voor. Het taalgebruik is ouderwets vind ik. Dat komt waarschijnlijk door het feit dat het voor het eerst in 1933 gepubliceerd werd. Het is goed leesbaar op een paar moeilijke woorden en wat Vlaamse uitdrukkingen na. Elsschot schrijft dingen zoals ze werkelijk zijn, niet met allerlei mooidoenerij.
- De tekening erbij van Martena is de kers op de taart voor het boek Kaas: (link 1)
Ik heb het boek Kaas zonder tekeningen gelezen, zonder de tekeningen erbij. Desalniettemin vond ik het boek erg goed. Dit is misschien een van de weinige keren dat ik gelachen heb tijdens het lezen van een boek. Zonder de tekeningen werd het verhaal me toch al duidelijk. Ik zag me, bijvoorbeeld, precies voor hoe Laarmans bij die rijke lui in de groep zat, afwachtend op een moment om iets intelligents in te brengen in het gesprek. Een voorbeeld hiervan is het moment waarbij de snobs het hebben over luxe restaurants in het buitenland. Op dat moment bedenkt Laarmans een restaurantje in Duinkerken waar hij een keertje gedineerd heeft. Maar op het moment waar hij het restaurant opnoemt valt er een stilte, waarbij iemand in de groep vermeld dat het restaurantje in Duinkerken al drie jaar terug is afgebroken. Nog een leuk moment uit het boek is wanneer Tuil, Erfurt, Tak en Batherotte, van de General Marine and Shipbuilding Company langskomen voor een gesprek met Laarmans nadat hij zich ziek heeft gemeld bij zijn bedrijf. Ik had helemaal geen plaatjes nodig om iets toe te voegen aan het verhaal.
'Toen ik de deur van ons salonnetje open maakte kwamen mij vier uitgestrekte handen tegemoet. Het waren Tuil, Erfurt, Batherotte en juffrouw van der Tak, mijn vier mede-correspondenten bij de General Marine. Ik voelde het bloed uit mijn gezicht trekken en zij moesten iets aan mij gemerkt hebben, want Anna van der Tak schoof mij een stoel toe en gebood mij te zitten.' (blz. 77)
- Elsschot maakt gebruik van lange uitweidingen en gedetailleerde beschrijvingen in het verhaal (link 2):
Aan het begin van het boek Kaas stond er een inleiding over stijl, een soort ‘les’ van Elsschot. Ik weet niet precies waarom dit boek in het verhaal was bijgevoegd, maar in deze korte inleiding was er sprake van uitgebreide en gedetailleerde beschrijvingen van hoe je de blauwe lucht zo goed mogelijk kon voorleggen aan de lezer. In dit fragment gaf hij ook vele metaforen van de blauwe lucht. VOORBEELD
- In het verhaal is een man uitgebeeld die gedwongen wordt een vak te oefenen dat in strijd is met zijn karakter. (link 2)
Ik ben het deels eens met deze stelling. Oneens, want ik denk niet dat Laarmans gedwongen werd om kaashandelaar te worden. Laarmans wilde graag hogerop komen, aanzien krijgen, zich belangrijk voelen. Een grappig stukje waarbij hij zijn vrouw probeerde te ‘overrompelen’ met moeilijke woorden:
'Initiatief betekent iets beginnen, Ma' riep Jan zonder zonder uit zijn schoolboeken op te kijken. Is het niet ergerlijk dat zo'n vijftienjarige snotjongen ongevraagd zijn bek durft open te doen als het over zulke ernstige zaken gaat?' 'Je begrijpt toch dat ik niet gedurende onbepaalde tijd zulk een hoog salaris kan aanvaarden, zonder verplichting de geconsigneerde goederen binnen een normale termijn te verkopen,' verklaarde ik. 'Dat zou immoreel zijn.' Geconsigneerd en immoreel verstaat zij niet, dat weet ik zeker. Overdonderen zal ik haar. (blz. 46 en 47)
Ik ben het ook eens met de stelling, want het zakenman zijn past niet bij zijn karakter denk ik. Hij was gedurende het hele verhaal alleen maar bezig zijn kantoor in te richten in plaats van echt kaas te gaan verkopen.
- Link naar achtergrondinformatie van Willem Elsschot:
- Het plot in het kort:
Frans Laarmans wordt, door zijn broer, voorgesteld aan Meneer van Schoonbeke bij de begrafenis van zijn moeder. Hij is een succesvolle ondernemer. Hij nodigt Frans uit voor zijn wekelijkse bijeenkomst met een groepje zakenlieden. Frans is een nederige klerk bij de General Marine and Shipbuilding Company. Van Scchoonbeke vraagt of een baan wilt hebben als handelaar in kaas. Frans accepteert het aanbod. Hij gaat naar meneer Hornstra in Amsterdam om zijn contract op te halen en begint zodoende zijn carrière als vertegenwoordiger in kaas. Omdat hij al werk heeft, moet hij iets verzinnen om een begin te kunnen maken aan zijn nieuwe carrière. Hij meld zich ziek zodat als het niet lukt, hij altijd terug kan. In plaats van meteen beginnen met het verkopen van kaas, houdt Frans zich vooral bezig met allerlei bijzaken. Hij wilde eerst een kantoor huren maar zijn vrouw, Fine, heeft het hem afgeraden. Het was beter, volgens haar, om thuis een kantoor te beginnen. Frans gaat iedere week naar de wekelijkse bijeenkomst van Van Schoonbeke om te vertellen om te vertellen hoe het met zijn zaken gaat. Hij wordt met de week zelfverzekerder in zijn functie. Het volgende belangrijke onderdeel van zijn onderneming was hoe hij zich het beste als zakenman moest profileren en hoe zijn kantoor met inhoud eruit moest zien. Hij zoekt zorgvuldig alles uit voor zijn kantoor, bijvoorbeeld: de papier, de typemachine en de pennen. Alles wat, in zijn ogen, belangrijk is voor een zakenman. Hij is hiermee zo druk bezig dat hij er niet echt aan toe komt om kaas te verkopen en dat terwijl hij kaas zelf niet eens lekker vindt. Hij verkoopt uiteindelijk maar 11.5 bol Edammer. Hij besluit om met deze kaas 'gedoe' te stoppen en zijn oude baan als klerk weer op te pakken.
Geen opmerkingen:
Een reactie posten